De geboorte

De gemiddelde lengte van de dracht bij honden en katten is 63 dagen. Bij de meeste honden en katten gaat de geboorte vanzelf en hoeft u alleen te zorgen voor een rustig, schoon en zacht plekje waar uw poes of teefje zich veilig voelt. Wel is het belangrijk om te controleren of ze de pups of kittens snel genoeg schoon en droog likt en zo nodig te helpen. Ook is het belangrijk dat de pups of kittens vlak na de geboorte goed drinken.  In sommige gevallen komt er echter meer bij kijken. Dit kan in principe bij alle dieren gebeuren, maar bij sommige rassen zijn er vanwege de bouw eerder problemen. Als er twee uur na het breken van de vliezen nog niets geboren is, als het moederdier meer dan 15 minuten hard zit te persen zonder dat er iets geboren wordt of als er meer dan twee uur tussen pups of kitten zit, neem dan altijd contact met ons op!

Na de geboorte moeten de pups of kittens elke dag goed eten en elke dag aankomen in gewicht. Als de moeder onvoldoende melk heeft kunt u eventueel bijvoeren met speciale pup- of kittenmelk. Dit is bij ons verkrijgbaar.

Ontworming

Bijna alle pups en kittens worden besmet met spoelwormen, die op jonge leeftijd longproblemen kunnen veroorzaken en op oudere leeftijd maag- en darmproblemen kunnen veroorzaken. Bovendien kunnen de pups en kittens de omgeving verder besmetten. Daarom is ontwormen vanaf jonge leeftijd erg belangrijk.

Puppies kunnen in de baarmoeder al besmet worden en kunnen vervolgens wormen opnemen via de moedermelk. Kittens nemen dit alleen op uit de moedermelk.  Daarom moeten puppies ontwormd worden op  2, 4, 6 en 8 weken leeftijd, en kittens op 3,5 en 7 weken leeftijd. Daarna moeten beiden elke maand ontwormd worden tot ze een half jaar oud zijn.

Volwassen honden en katten moeten elke 3 maanden ontwormd worden. Moederdieren moeten tegelijk met de pups ontwormd worden.

Vaccinaties

Jonge dieren moeten, net als volwassen honden en katten, gevaccineerd worden zodat ze beschermd zijn tegen bepaalde ziekten.  De leeftijd waarop dit voor het eerst moet gebeuren, hangt onder andere af van het type vaccin, de ontwikkeling van de eigen afweer van het dier en de antilichamen die ze via de moedermelk binnenkrijgen. Daarom moeten kittens op 9 en 12 weken gevaccineerd worden, en puppies op 6, 9 en 12 weken. Volwassen dieren moeten jaarlijks gevaccineerd worden.

Voor honden en katten die naar het buitenland of een pension gaan, kunnen er extra vaccinaties of behandelingen nodig zijn.

Voeding

Vanaf 3-4 weken leeftijd beginnen puppies vast voer te eten naast de moedermelk. In het begin is dit vaak geweekt puppyvoer of blikvoer voor puppies, maar op 5-6 weken leeftijd kunnen  brokjes aangeboden worden.  Vanaf ongeveer 7 weken eten pups goed brokjes en mogen ze meestal van de moeder niet meer drinken. Daarom mogen puppies wettelijk pas vanaf 7 weken naar de nieuwe eigenaar.  Voor kittens geldt hetzelfde, behalve dat de moederpoes ze vaak veel langer nog laat drinken.

Zolang de pup groeit, moet deze puppyvoer krijgen. In dit voer is de hoeveelheid energie en de bouwstoffen afgestemd op de jonge, groeiende pup. Vooral bij honden van grote rassen is het belangrijk voor de goede ontwikkeling van botten en gewrichten dat ze zolang ze groeien (en dat kan bij een groot ras wel tot 18 maanden zijn) puppyvoer krijgen.

Omdat puppies en kittens hard groeien hebben ze relatief veel eten nodig, terwijl ze nog een vrij kleine maag hebben. Daarom moeten ze tot 3 maanden leeftijd 4x per dag eten. Vanaf 3 maanden mogen ze 3x per dag gevoerd worden, na 6 maanden leeftijd 2x per dag.

De nieuwe eigenaar

Als de pup 7-8 weken oud is, mag hij of zij naar de nieuwe eigenaar. Dit is een hele belangrijke periode aangezien de pup nog in de socialisatiefase is, en bovendien vrij kwetsbaar is voor ziekten. Kittens gaan  vaak ook op deze leeftijd naar de nieuwe eigenaar, maar hier is veel discussie over. Vooral fokkers van raskatten laten kitten vaak pas op 12 weken leeftijd naar de nieuwe eigenaar gaan. Dit is volgens velen nodig om gedragsproblemen te voorkomen, omdat kittens dan langer door de moeder opgevoed worden. Bovendien is de afweer van de kittens dan verder ontwikkeld en heeft het kitten dan alle vaccinaties gehad.

Als puppies of kittens naar de nieuwe eigenaar gaan, zien we soms dat ze ziek worden. Een van de redenen hiervoor is dat dit veel stress veroorzaakt, door de verhuizing, de nieuwe omgeving, het verlaten van de moeder en andere familie en het ontmoeten van de nieuwe, onbekende familie. Door deze stress is de weerstand al wat verlaagd. In het nieuwe huis zullen de diertjes ook in contact komen met micro-organismen waar ze niet tegen beschermd zijn. Een voerverandering of vaccinatie in deze tijd kan de weerstand zodanig verlagen dat uw puppy of kitten flink ziek wordt.

Daarom is het belangrijk om uw kitten of pup van het voer van de fokker geleidelijk,  in de loop van een paar dagen over te wennen op eventueel ander voer. Verder is het belangrijk dat er minimaal één week zit tussen verhuizing naar de nieuwe eigenaar en vaccinaties.

Uw pup of kitten is in deze periode in de socialisatiefase. Dat betekent dat hij of zij open staat voor nieuwe indrukken en in deze periode leert wat “normaal” is. Daarom is het belangrijk dat hij of zij op een speelse manier went aan alles waar hij mee in aanraking kan komen, zoals andere dieren, kinderen, auto rijden, vreemde geluiden, enz. Daarom is een puppycursus ook sterk aan te raden, zodat een begin gemaakt kan worden met de opvoeding en de pup meteen gesocialiseerd wordt met andere puppies.

In deze periode is het ook belangrijk om de pup of kitten vast te wennen aan diverse handelingen, zoals tanden poetsen en oren bekijken. Tandenpoetsen bij honden vermindert de kans op tandsteen en daarmee gepaard gaande tandvleesontsteking. Oefen dit poetsen door met een gaasje om uw vinger over de tanden en het tandvlees van de tanden en kiezen van de bovenkaak te strijken.

Eerste dierenartsbezoek

Wij zien uw pup of kitten graag voor een controle. Als u hem of haar nog geen week heeft, zullen we nog niet vaccineren, maar alleen hem of haar goed onderzoeken en zonnodig ontvlooien en ontwormen. We bespreken dan eventuele problemen, controleren de chip als die aanwezig is, en kijken of hij of zij helemaal gezond is. We proberen het bezoek zo leuk mogelijk te maken met snoepjes, aaien en spelen, zo kan het beestje meteen wennen aan het bezoek aan de dierenarts. We bespreken dan welke verdere vaccinaties en andere behandelingen nog nodig zijn.

Chippen

Als een dier gechipt wordt, wordt een microchip (of  transponder) met een naald onder de huid ingebracht. Dit is een klein kokertje van kunststof van ongeveer 14mm, ongeveer zo groot als een rijstkorrel. Wanneer een afleesapparaat in de buurt van deze chip wordt gehouden, zend deze een signaal uit: een uniek registratienummer die uit 15 cijfers bestaat. Door de chip kan uw dier, mits de gegevens van u als houder ook geregistreerd zijn, altijd geïdentificeerd worden.

In het voorjaar van 2012 gaat het verplicht worden om alle puppies binnen 7 weken te chippen. Dit om de “malafide broodfokkers”  tegen te gaan.  Voor katten gaat dit niet gelden.

Als uw pup of kitten geen chip heeft, zijn er vele redenen om dit alsnog te doen. De belangrijkste reden is dat hij/zij dan teruggevonden kan worden als hij/zij wegloopt. Ook een binnenkat kan een keer door de deur ontsnappen of van het balkon af vallen of springen. Als uw diertje naar het buitenland gaat of verzekerd gaat worden, is een chip zelfs verplicht.

Verzekeren

Een verzekering kan voorkómen dat u voor onverwachte hoge kosten komt te staan die u niet kunt betalen. Denk hierbij aan aanrijdingen en andere ongelukken met mogelijk botbreuken en opname of aan andere dure operaties, aan plotselinge ziekte of aan tandheelkundige behandelingen.

Zes maanden consult

Op zes maanden leeftijd zien we uw dier graag weer terug. We controleren dan onder andere of het beestje goed groeit en niet te mager of dik wordt. Tussen drie en zes maanden wisselen pups en kittens hun gebit. Het melkgebit verdwijnt en er komt een volwassen gebit voor terug. Soms ontstaan hierbij problemen. Ook dit wordt tijdens een zesmaanden consult gecontroleerd. En wij bespreken dan ook nog of uw beestje gecastreerd of gesteriliseerd moet worden.